Theosofie en Dogmatisme
Iemand kan overtuigend spreken over wat voor hemzelf waar is, zonder dat het dogmatisch hoeft te zijn. Als we overtuigd zijn van de waarheid van iets, is er geen reden waarom we die overtuiging niet met kracht zouden verwoorden. Maar we kunnen niet eisen dat iemand anders hiermee akkoord gaat of hierover geen vragen mag stellen.
Wikipedia schrijft:
“dogma betekent in het Grieks in eerste instantie mening, in tweede instantie gebod of besluit en in laatste instantie leerstelling of godsdienstig voorschrift. Uit de opvatting van dogma als absoluut gezaghebbend is de overdrachtelijke betekenis en het bijvoeglijk naamwoord 'dogmatisch' ontstaan wat star en rigide betekent: een vaststaand, niet te onderhandelen filosofisch uitgangspunt van een persoon of een groep.”
Soms spreken we wel over een axioma, dat is een onbewezen maar als grondslag aanvaarde stelling. Want hoe kan je bewijzen dat er een alomtegenwoordig, onveranderlijk, eeuwig Beginsel aan alle manifestatie voorafgaat? Nochtans is dat een basis voor ons begrip van Universele broederschap.
Vragen stellen is ons eerste ‘gebod’ en niets aannemen wat niet strookt met ons gezond verstand het tweede. Maar ons denken openzetten voor nieuwe ideeën en filosofieën is ook noodzakelijk om de soms abstracte, metafysische begrippen in de theosofie te kunnen begrijpen.
We eisen geen onvoorwaardelijke acceptatie van theosofie; we wijzen op de principes en hun toepassingen. Deze kunnen voor ons een stevige basis vormen in ons dagelijks leven.
Voor meer info: Robert Crosbie -The friendly philosopher p. 114.
Tijdschrift ’Theosofie’ jaargang 1 nrs 1 en 2 ‘Theosofie, vrijheid van gedachte en dogmatisme’