Hulp

Ooit werd eens uitgelegd: "Er zijn er die, werkend voor de Zaak, de Zaak gaan liefhebben" (d.w.z. er volledig aan toegewijd raken en aan Degenen die erachter staan). Dan, "zijn er degenen die van de Zaak houden en leren er meer en meer voor te werken." De Zaak en de Meesters zijn één; zij en hun Leer gaan samen. Oude chela’s in nieuwe lichamen houden van de Meesters en leren zo opnieuw de Filosofie die de Esoterische Filosofie wordt genoemd - Gupta Vidya; nieuwe aspiranten gaan van de Leer naar de Leraren. Ze kunnen niet gescheiden worden. Het twaalfde hoofdstuk van de Gîta geeft het beeld van de volledige chela-toegewijde; het dient als model voor bereidwillige en vastberaden aspiranten. Inspanning telt; fouten doen er weinig toe. (Zie Stem, p. 68)

 

Niemand, zelfs niet een Goddelijke incarnatie, kan het kwaad uitroeien: maar de Goeroes wijzen de wegen waardoor het kan worden overwonnen. Het echte innerlijke werk van de Loge van Meesters is om het denken van het ras te beïnvloeden door de verkondiging van oude wijsheid en als resultaat transformeren individuen zichzelf. Het is het individu dat zich verheft tot Adept, de zeldzame bloeiwijze van elk ras en beschaving.

De Goeroe kan alleen het denken van de discipel bijstellen; de laatste moet de werkelijke betekenis van die bijstelling leren. Zelfs om een chela te worden moet men reeds de juiste innerlijke houding en het juiste uiterlijke gedrag hebben ontwikkeld, passend bij en vereist door het chelaschap. De goede mens moet actief zijn en morele principes moeten op de voorgrond staan. Nu zullen zijn testen en beproevingen beginnen en zware eisen stellen aan zijn karakter. Hoe zal hij vechten?  Dat hangt af van zijn reeds ontwikkelde morele uithoudingsvermogen.

Echt chelaschap is misschien nog ver weg, maar de Himalaya wordt niet in één dag beklommen. Geduldig moeten we volharden. Toewijding van het hart, waakzaamheid van het hoofd en vroomheid van de handen - dat is de drie-eenheid die we moeten ontwikkelen. Toewijding stroomt wanneer verstoringen afwezig zijn in het denken; en ze kunnen alleen afwezig zijn wanneer het denken kijkt naar en aandacht schenkt aan zijn werkelijke functies, die een positieve uitdrukking vinden in vrome daden en heilige handelingen. Dit is wat alle functies ‘sacramenteel’ maakt - uiterlijke en zichtbare tekenen van de innerlijke en spirituele genade. Reflecteer over die triade; het heeft een fijne potentie.

Licht op het Pad heeft iets dat je in dit stadium nuttig zult vinden; laat je denken erbij stilstaan: "De would-be discipel (we zouden 'lekenchela' kunnen zeggen) moet zichzelf prikkelen door een felle en vastberaden en ontembare wilsinspanning." Elke persoon kan een lekenchela worden; hij kan in zichzelf voelen wie zijn Meester is, maar in stilte hierover moet hij werken voor de Zaak.

Als hij uit egoïsme zijn innerlijk geloof of zelfs vertrouwen prijsgeeft, zal hij de eerste stap naar een mislukking gezet hebben. De Meester van zijn kant weet dit natuurlijk, maar Hij werkt verder in Zijn stilte. Dat, voor zover het lekenchelaschap betreft. Geaccepteerd chelaschap is heel anders en impliceert kennis aan de kant van de chela van zijn acceptatie door zijn Goeroe.

Ja, de meester gebruikt zelfs het Karma van de lekenchela om verborgen krachten van zowel goed als kwaad naar boven te halen. Maar de chela weet het niet, vermoedt het vaak niet eens. Emotieloosheid is het uitgangspunt. Hoe ieder mensen, zaken en gebeurtenissen waardeert en beoordeelt, hangt samen met zijn innerlijke houding. Begeerteloosheid bij alles wat we doen duidt op ons vermogen om aan al deze mensen, zaken en gebeurtenissen de juiste waarde toe te kennen. Het is niet alleen maar ervan weglopen! Hierbij spelen het principe "Verzet je niet tegen het kwaad" en de hogere berusting een belangrijke rol.

Men hoeft geen werkelijk aanvaarde chela te zijn om alle activiteiten van het chela-leven te ervaren. De proeftijd is de voorbereiding op het geaccepteerde chelaschap. Daarom moeten we theoretisch leven alsof we morgen klaar en bereid zijn om onszelf aan te bieden voor het chelaschap. Neem H.P.B.'s artikel over Praktisch Occultisme waarin ze verschillende regels van het chelaschap aanhaalt, bijvoorbeeld over handenschudden, huisdieren, enz. Voor ons zijn deze momenteel het moeilijkst, bijna onmogelijk, om in praktijk te brengen. Maar we moeten weten wat er van ons wordt verwacht en dus streven naar de juiste voorbereiding, gebruik makend van ons onderscheidingsvermogen. Viveka gebruiken bij het beoefenen van Vairagya is een van onze testen – hier en nu.

Nu komen we bij het volgende punt: er wordt van ons verlangd dat we hogere kalmte, desinteresse, innerlijk geduld, enzovoort ontwikkelen; dat we onze karmapunten tegemoet treden en doorstaan door te zeggen: "Dit is wat ik verlang en niet alleen wat ik verdien"; dat we weerstand bieden zonder weerstand en dat we waarlijk broederlijk zijn. Dit alles vereist niet alleen geloof maar ook vertrouwen, geloof dat via ware kennis tot vertrouwen wordt verheven. Theosofie vertelt ons over het onderricht van Meesters aan leerlingen - we accepteren dat mentaal en theoretisch; maar hoe passen we het toe? Als we evolueren naar meer nabijheid tot de Grote Leraren en Zij, als gevolg van onze studie, meer en meer werkelijk voor ons worden, gaan we uiteindelijk ons leven - d.w.z. al onze Karmapunten - op de een of andere manier als gerelateerd zien tot Hen en met Hen verbonden.

Als we onze devotie verdiepen en Ze een aanwezigheid beginnen te worden in al onze taken, in al onze wakkere uren, als we dharmisch beginnen te leven in het onder ogen zien van onze karmapunten, zien we hoe het Karma-gevoel dat van Hen komt op natuurlijke wijze ontstaat. Er ligt kracht in deze houding. We worden niet overmeesterd en omvergeworpen door onze zwakheden; ook worden we niet opgeblazen door onze verdiensten. Dat is de redenering die ik je ter overweging geef. Het is, zoals je zegt, een inspirerend idee, en wat ga je er dan mee doen? Je hebt jezelf misschien nog niet met lichaam en ziel aan de Meesters overgegeven, maar doe je geen poging tot overgave? Wat betekent toepassing in relatie tot het Pad van Chelaschap?

Hun Beweging houdt zich, in elk tijdperk en elke cyclus bezig met de karmapunten van de Mensheid, en een opvallende variatie in die Beweging is de selectie van chela's die klaar zijn om kanalen voor Hen te worden.

Ik ben het er niet mee eens dat we een lange tijd nodig zullen hebben om het stadium van chela op proef te bereiken. De gehele enorme inspanning van H.P.B. en haar Missie zou dan een fantasierijk plan worden. Als wij, studenten, de fundamentele stelling dat "Alle leven is proeftijd" niet kunnen toepassen op onze eigen incarnatie, dan wordt haar aankomst op het wereldtoneel beroofd van serieuze betekenis. Deze Regels in Praktisch Occultisme zijn met opzet gegeven; natuurlijk niet voor onze huidige en onmiddellijke toepassing, maar stellen ze ons niet in staat om onze mentale en morele bagage gereed te maken - vooral door die stukken bagage weg te gooien die een last zullen blijken te zijn of erger. Vergeet niet dat chelaschap niveaus heeft – de leerling op proef of de lekenchela is het eerste en van daaruit gaan we verder naar de Adept-Chela, klaar om ‘Ingewijd’ en een Broeder te worden, een Lid van de Grote Broederschap.

Nu, het eerste stadium heeft dit als grondbeginsel en fundamenteel principe: Leef als een chela; overwin je eigen Karma; momenteel zullen beproevingen en testen zichzelf aandienen; verwacht niet om de Goeroe te zien of van hem te horen; cultiveer het Zelf in het zelf. Voor dit doel worden instructies gegeven en wat ieder zou moeten selecteren voor zijn studie, passend bij zijn temperament, wordt aan hemzelf overgelaten en vormt in zekere zin zijn eerste test. In wat gegeven wordt, is werk voor toekomstige dagen en stadia aanwezig; de routekaart van de weg die we bewandelen en die bewandeld moet worden, wordt aangeboden en we zouden er dankbaar voor moeten zijn. Denk er alstublieft ook aan dat vele graden van menselijke Intelligenties zij aan zij leven en streven; melk voor baby's en vlees voor mannen zijn voorzien. Ook zijn de denktemperamenten talrijk en voor elk wordt een voorziening getroffen. Het is als een dinerbuffet; er worden 20 gerechten aangeboden; we kunnen eten wat we geschikt voor ons vinden. Sommigen eten wat lekker is en krijgen pijn; sommigen keuren alle 20 gerechten en gaan zeer waarschijnlijk hongerig, ontevreden en vol klachten weg!

B.P. WADIA


De Theosofische Beweging, september 1960, Vol 30, # 11, p 431.