"Aan de wortel van ons wezen ligt dat onveranderlijke Zelf, dat wij alleen binnenin onszelf kunnen kennen. Door alle veranderingen van het verleden en heden, en die nog zullen komen, zullen wij altijd onszelf zijn.""


Robert Crosbie verlaat in 1904 de Theosophical Society, oververzadigd van de dictatuur en de macht uitgeoefend door bepaalde personen, waarbij er aan de oorspronkelijke leerstof van mevr. Blavatsky nauwelijks nog aandacht wordt geschonken.

Alles wat hij bezat had hij aan deze beweging afgegeven. Zonder werk en geld en met een gezin te onderhouden neemt hij een baantje aan als boekhouder. Maar de theosofie laat hem niet los. Hij verzamelt enkele mensen om zich heen en ze stichten een studiegroep en noemen zich: ‘’The Los Angelinos.’

In 1909 worden ze geheel onafhankelijk en worden ‘The United Lodge of Theosophists.’ In het Nederlands vertaald als ‘Geünieerde loge van Theosofen.’
Door zijn ervaringen met macht en het misbruik daarvan hecht hij veel belang aan onpersoonlijkheid. Het gaat hem om de studie en de toepassing van de theosofie los van
persoonlijkheden. De beginselverklaring die hij schrijft is nog steeds het enige officiële document waarop de werking van de G.L.T. is gebaseerd. Robert Crosbie belichaamt het ideaal van een samenwerking van individuen zonder statuten, zonder reglementen of bestuur.
Met deze ideeën is hij, zelfs vandaag nog, zijn tijd ver vooruit.

In zijn boek ‘The friendly philosopher’ schijft hij: 'Het heeft geen zin bezorgd te zijn; het enige wat we moeten doen is elk moment ons best doen en te leven zoals het komt. We hoeven slechts vol te houden met de moed waarmee we zijn begonnen, want bij alle grote inspanningen zal er zeker reactie komen; en wetende dat dit de Wet is, zijn we voorbereid en nooit terneergeslagen, we wachten tot het tij keert.’