Leven

Als je toekijkt, zul je merken dat er de hele tijd een verandering in je plaatsvindt. Het belangrijkste is dat we onszelf actief houden door juiste studie en echte toewijding. Het eerste verlicht onze intelligentie, het tweede brengt vrede en kracht in het hart. Beide moeten samengaan om werkelijk effectief te zijn. Wees eerlijk en rechtvaardig voor jezelf en dat wordt bereikt door de geest van zelfopoffering; de manifestatie hiervan moet worden gezocht in onze gestage, voortdurende en gelijkmatige poging om ons beste en hoogste leven te leven, voortkomend uit het innerlijk.

Geforceerd opofferen verhoogt onze persoonlijkheid in onze ogen, en we wanen ons iemand en zeggen tegen onszelf: "Wat ben ik toch een aardige vent om dit te doen, of dat gedaan te hebben!" Maar als we regelmatig en voortdurend bezig zijn met Werk dat van Hen is, of met dienst die van onze medemensen is, krijgen we weinig tijd om herhaaldelijk over onszelf na te denken; en in vergelijking met Hun inspanning, wat betekent onze nietige poging dan en in het licht van de intense angst en het lijden van miljoenen denkvermogens en harten, wat is dan tenslotte het grootste deel van onze onbeduidende dienst?

Te Leven, te leven en op het hoogste niveau te blijven leven in de kern van ons wezen is tegelijk leven in het Eeuwige en groeien als een bloem. Ieder van ons moet leven en moet groeien; als we maar zouden beseffen dat we in het Eeuwige zijn, hoewel we ons illusies maken door herinneringen uit het verleden en door toekomstverwachtingen, beseffen dat we groeien als de roos, hoewel we dwaas de aandacht van de wereld vestigen op onze doornen en eruitzien als een cactus!

 

Natuurlijk zijn, spontaan zijn, alles voor heilig houden, niet alleen het goede in alle dingen zien maar ook het mooie - dat is yoga toepassen, met voorwerpen in onze omgeving, met mensen in onze nabijheid. Blijf daarom proberen, en geef niet toe aan die innerlijke vermoeidheid die je soms overvalt; maar besteed geen aandacht aan het feit dat je probeert - probeer alleen maar. En wat de vermoeidheid betreft - herinner je je die prachtige regels van Herbert, wat God zei over de mens bij de schepping van deze laatste?

Yet let him keep the rest,
But keep them with repining restlessness;
Let him be rich and weary, that at least,
If goodness lead him not, yet weariness
May toss him to my breast.

 

En toch, laat hem al het overige behouden,

Maar ze behouden met klagende rusteloosheid;

Laat hem rijk en vermoeid zijn, dat tenminste,

Als goedheid hem niet leidt, dan toch vermoeidheid

hem moge voeren naar mijn borst?

 

B.P. WADIA


The Theosophical Movement, April 1960, Vol 30, # 6, p 266.