DE AARDKETEN
De leer met betrekking tot de aarde. Zij is ook zevenvoudig. Ze is één van een keten van zeven die overeenkomt met de mens. De volledige zeven zitten niet gescheiden in een keten als onderdelen maar zij doordringen elkaar.
De aardketen is de reïncarnatie van een vroegere oude en nu dode keten. Deze oude keten was er een waarvan onze maan de zichtbare vertegenwoordiger is. De maan is nu dood en krimpt. Venus, Mars, enz., zijn levende leden van andere soortgelijke ketens als de onze. Een massa ego's voor elke keten. Het aantal, hoewel ontelbaar, is definitief. Hun evolutiegang door de zeven bollen. In elke bol wordt een bepaald deel van onze natuur ontwikkeld. Bij de vierde bol is het proces van verdichting begonnen en bereikt het zijn grens.
INLEIDENDE OPMERKINGEN
In onze studie van de ‘Oceaan’ moeten we altijd de volgorde van de hoofdstukken in gedachten houden. Het eerste hoofdstuk beschrijft het feit en het bewijs van het bestaan van Meesters van Wijsheid, de resultaten van evolutie van vroegere beschavingen. Het is uit deze belichaming van geperfectioneerde menselijke wezens dat alle Goddelijke leraren en hervormers zijn voortgekomen; alle grote religies van de wereld zijn ontstaan uit leringen van een of meer van Hen. Wat Zij aan Hun discipelen en aan de mensen van elke periode hebben gegeven, was noodzakelijkerwijs beperkt tot het vermogen van assimilatie en gebruik door het denken van die tijd, maar de basisideeën en -principes zijn altijd hetzelfde geweest.
Dat wat nu door Hen wordt vrijgegeven staat bekend als ‘Theosofie’ en is vastgelegd in boeken die voor iedereen toegankelijk zijn en is in feite een completere openbaring dan de wereld ooit heeft gekend. Vanwege de algemene intelligentie van deze huidige periode was het mogelijk om de kennis die de Meesters aan de mensheid wilden overbrengen op deze manier te presenteren - in boeken, een feit dat het gevaar vermijdt van tussenpersonen en vertolkers, met hun veronderstelde gezaghebbende verklaringen en verdraaiingen, en dat de onderzoeker oog in oog plaatst met de ‘boodschap’ zelf.
Het tweede hoofdstuk behandelt, zoals we hebben gezien, de algemene wetten die het universum als geheel besturen; en het huidige derde hoofdstuk behandelt in het bijzonder onze aarde, haar aard en vorming; haar relatie tot andere planeten, haar huidige ontwikkelingsstadium en dat van de menselijke ego's die haar bevolken en er definitief mee zijn verbonden, evenals de verschillende stadia die nog voor ons en voor haar liggen.
Onder de algemene wetten die alle manifestatie op aarde beheersen wordt aangetoond dat zij van een zevenvoudige aard is, haar evolutie of ontvouwing die van binnenuit gaat - van de fijnste substantie door opeenvolgende stadia tot de meest dichte en concrete vormen van materie.
We zullen daarom begrijpen dat alle vormen en alle wezens zich op een vergelijkbare manier ontvouwen en dat in elk geval alle stadia van verdichting op elk punt aanwezig zijn en zich vermengen; met andere woorden, de eerste staat van substantie wordt niet vernietigd of veranderd door de vorming van de meer concrete stadia; het tweede stadium is vervat in het eerste, het derde stadium in het eerste en het tweede en zo verder; tegelijkertijd moeten deze stadia niet worden opgevat als gescheiden zoals de lagen van een ui, maar als altijd aanwezig in elkaar op elk punt verweven en vermengd. En verder moeten we onthouden dat het bewustzijn en intelligentie zijn die de producenten zijn van elke vorm en toestand van substantie of materie; van het kleinste atoom tot het hoogst geëvolueerde wezen is elke vorm een uitdrukking van de graad van intelligentie binnenin.
V. Het hoofdstuk spreekt over ‘Ego's’ die van de maanketen komen, moeten we ze niet eerder ‘monaden’ noemen?
A. Waarom zouden wij ze monaden noemen als de Leraar ‘Ego's’ zegt? Ego betekent een zelfbewust wezen, de triade Atma-Buddhi-Manas, en ‘monade’ verwijst naar Atma-Buddhi, de universele geest en het bewustzijn ontvouwd in elk rijk en elke klasse van zijn. ‘Monade’ is van toepassing op het minerale, plantaardige, dierlijke en menselijke rijk - en ook op andere rijken die hier niet worden besproken.
V. Wat wordt bedoeld met “de aarde is een entiteit en niet slechts een klomp grove materie"?
A. Er bestaat niet zoiets als grove materie die op zichzelf bestaat. Alle vormen van materie zijn de producties van verschillende graden van intelligentie. De aarde is een entiteit omdat zij een combinatie is van vele graden van intelligentie in hun geëvolueerde vormen. Onze lichamen zijn entiteiten; ze zijn samengesteld uit vele kleine levens, die allemaal gecoördineerd werken ten voordele en voor het gebruik van de grotere intelligentie die hen samenbracht - het ego - en die hen heeft getraind in hun afzonderlijke wijzen van gecoördineerd handelen.
V. Heeft de Aarde een samengesteld bewustzijn, een heersende intelligentie?
A. Niet in de zin van een bepaald wezen. De zogenaamde Heersers van de aarde en de zeven planeten die het meest direct met de aarde verbonden zijn - zoals Venus, Mars, Mercurius, enzovoort - zijn klassen van wezens, waarbij elke klasse een hiërarchie vormt, waarvan de invloed als geheel op andere klassen inwerkt. Elke hiërarchie heeft zijn eigen specifieke kwaliteit en soort invloed. De synthetiserende of bindende kracht is die van de spirituele zelfbewuste wezens; het universum wordt van binnenuit geregeerd en geleid.
V. In de Geheime Leer (Vol. II, Eng. pagina 87) staat: "Er was een spirituele, een psychische, een intellectuele en een dierlijke evolutie, van het hoogste naar het laagste, evenals een fysieke ontwikkeling - van het eenvoudige en homogene opwaarts naar het meer complexe en heterogene ...". Zijn het fysieke en het dierlijke dan niet hetzelfde?
A. Klaarblijkelijk niet. Het woord ‘dierlijk’ betekent in dit geval de evolutie vanaf beneden, van de minerale en plantaardige rijken naar het dierlijke; terwijl ‘fysiek’ hier een vorm betekent die is geëvolueerd uit de materie (leventjes) van de drie lagere rijken door zelfbewuste wezens (ego's) om ze in bezit te nemen en te gebruiken en als instrumenten op het aardse gebied. De fysieke evolutie is de schakel die zelfbewuste entiteiten in contact brengt met de lagere wereld.
V. Wat is een Ronde?
A. Zoals de Geheime Leer onthult, zijn er zeven toestanden of condities van onze aarde verenigd in één massa. Evolutie begint in de hoogste toestand van substantie en werkt neerwaarts op en door drie verdere meer gecondenseerde stadia, waardoor er vier in totaal zijn; wanneer het vierde of laagste stadium is bereikt, werkt evolutie opwaarts door de stadia die tijdens de afdaling zijn geproduceerd en waarin is gewerkt, waarbij alle ervaring die tijdens de afdaling is opgedaan, wordt meegenomen naar de hogere stadia. Elke keer dat de evolutie in het hoogste stadium begint en er weer naar terugkeert, wordt een ‘ronde’ genoemd.
V. Wat produceert elke ronde?
A. Het zou nu niet nuttig zijn om de Sanskriet woorden te geven die de geproduceerde elementen aanduiden, maar we kunnen de betekenis van woorden als vuur, lucht, water en aarde begrijpen als overeenkomsten. Elke ronde ontwikkelt één element en een natuur en mensheid die ermee overeenkomen. De aarde, zoals we die nu kennen, bestond niet vóór de vierde ronde. De aarde was vurig, koel en stralend, net als haar etherische mensen en dieren tijdens de eerste ronde; lichtgevend en meer dicht en zwaar tijdens de tweede ronde; waterachtig tijdens de derde; aarde-achtig tijdens de vierde ronde. Met de evolutie van de elementen komt ook de ontwikkeling van de zintuigen. Elk element voegt aan zijn eigen karakteristieken die van zijn voorganger toe, dus:
Ether | Gehoor | Geluid | ||||
Lucht | Tastzin | Geluid | Gevoel | |||
Vuur | Gezicht | Geluid | Gevoel | Kleur | ||
Water | Smaak | Geluid | Gevoel | Kleur | Proeven | |
Aarde | Reuk | Geluid | Gevoel | Kleur | Smaak | Geur |
Ether komt overeen met geluid-trilling en gaat vooraf aan de gedifferentieerde elementen. Lucht komt als volgende op de juiste plaats, want het wordt overal gevoeld; de andere volgen in natuurlijke volgorde.
V. Hoe komt het dat we nog maar in de vierde ronde zijn en vijf zintuigen hebben?
A. We zijn voorbij het middelpunt van de vierde ronde, maar we zijn in het vijfde onderras van het vijfde wortelras. Dieren zowel als mensen hebben vijf zintuigen.
V. Waarom hebben dieren scherpere zintuigen dan mensen?
A. Dieren zijn afhankelijk van hun zintuigen om voedsel te selecteren, gevaren te vermijden, enz. In hun wilde staat zijn deze zintuigen zeer scherp vanwege die afhankelijkheid; gedomesticeerde dieren verliezen veel van die scherpte. De mens is afhankelijk van denken en begeerte; de zintuigen zijn grotendeels hulpmiddelen van de begeerte en worden ook afgestompt door overmatig en abnormaal gevarieerd gebruik.
V. Wat is een ronde? Zou het cirkelen rond de zeven centra van bewustzijn op één gebied van substantie een ronde zijn?
A. Het antwoord op "Wat produceert een ronde?", in een vorige vraag, zou moeten worden overdacht. Het laatste deel van de vraag is dubbelzinnig. Elke eenheid is een centrum van bewustzijn. Alle eenheden doorlopen zeven toestanden van substantie, beginnend met het meest etherische tot het meest concrete (het vierde stadium, het fysieke) en dan opklimmend door dat stadium heen en weer terug naar het meest etherische plus de opgedane ervaring. Elke ronde herhaalt dit ‘cirkelen’ op een meer gecondenseerde manier tot in het midden van de vierde ronde, wanneer het proces neigt naar een etherealisatie in elke daaropvolgende ronde, totdat aan het eind van de zevende ronde alle eenheden weer zijn aangekomen bij het beginpunt plus de opgedane ervaring. (Zie diagram, G. L. Eng. pagina 153, Vol. I.)
V. Wat is de ‘vierde dimensie’?
A. De term berust op een misverstand: er zijn geen ‘vier dimensies’, maar ‘drie’ - d.w.z., lengte, breedte en dikte. Wat wetenschappers trachten te postuleren bij het gebruik van zo'n term is een mogelijk besef van de karakteristieken van stof voorbij de algemeen erkende driedimensionale. Het volgende uit de Geheime Leer gaat over dit onderwerp:
-“Stof heeft uitgebreidheid, kleur, beweging (moleculaire beweging), smaak en geur, overeenkomstig de bestaande zintuigen van de mens en tegen de tijd dat zij de volgende eigenschap volledig ontwikkelt - laten we deze voor dit moment DOORDRINGBAARHEID noemen - zal deze corresponderen met het volgende zintuig van de mens - zeg 'NORMALE HELDERZIENHEID'.
Als dus sommige moedige denkers hebben verlangd naar een vierde dimensie om de doorgang van stof door stof te verklaren en het leggen van knopen op een eindeloos koord, dan hadden ze in werkelijkheid behoefte aan een zesde kenmerkende eigenschap van de stof. De drie dimensies behoren eigenlijk maar tot één kenmerk of eigenschap van de stof - uitbreiding; en het gewone gezonde verstand verzet zich terecht tegen het denkbeeld dat er onder welke omstandigheid dan ook, meer dan drie dimensies, zoals lengte, breedte en dikte kunnen zijn.
Deze termen, en de term 'dimensie' zelf, behoren alle tot één gebied van denken, tot één evolutiestadium, tot één kenmerkende eigenschap van de stof ... vanaf het moment dat het idee van meten voor het eerst een plaats kreeg in het menselijk begrip, is het mogelijk geweest om metingen toe te passen in drie richtingen en niet meer dan dat.
Maar deze overwegingen zijn op geen enkele manier in strijd met de zekerheid dat in de loop van de tijd, naarmate de vermogens van de mensheid worden uitgebreid, ook de eigenschappen van de stof zich zullen vermenigvuldigen." (G.L. Vol. I, Eng. pagina’s 251, 252.)
V. Zijn de voorafgaande bollen vervat in de volgende bollen?
A. Noch de oorspronkelijke substantie, waaruit alle andere gradaties voortkomen, noch deze andere gradaties zelf, verdwijnen tijdens het verdichten van materie. Alles wat tot stand is gebracht gaandeweg de manifestatie blijft bestaan als lijnen van communicatie, stap voor stap van de hoogste naar de laagste. De bollen zijn verenigd in één massa van zevenvoudige substanties, onderling doordrongen en vermengd. Alle substanties en vormen van materie worden geproduceerd door de ‘Ziel’ en bestaan voor haar doel en zijn onderdelen van een onophoudelijk proces. Net zoals de elementen ‘vuur, lucht, water en aarde’ met elkaar zijn vermengd in ons lichaam en het vormen, zo is het ook met de aarde waarop we leven.
V. U sprak over de interne kracht die alle kracht is die bestaat. Is er geen externe kracht tussen de planeten in hun roterende beweging?
A. De externe kracht van om het even wat ontspringt vanuit en wordt gehandhaafd door de interne kracht in het centrum van alles. We spreken over de middelpuntvliedende en middelpuntzoekende krachten als krachten die het evenwicht handhaven, maar krachten bestaan niet uit zichzelf, zij zijn de uitingen van ‘energie’ en energie wordt altijd geproduceerd door wezens, hetzij afzonderlijk of in massa. Bewustzijn ligt aan de basis van alle wezens.
V. Wat wordt bedoeld (pagina 27) met "De aarde is één van zeven bollen, slechts met betrekking tot het bewustzijn van de mens"?
A. Zoals eerder uitgelegd is de aarde samengesteld uit zeven toestanden of gradaties van substantie. De mens heeft ook zeven principes of ‘omhulsels van de ziel’ die corresponderen met en in relatie staan tot de substanties waarvan de aarde is samengesteld; met andere woorden, de verschillende belichamingen of beginselen van de mens zijn ontleend aan de verschillende substanties waaruit de aarde als een zevenvoudige massa is samengesteld.
Wanneer de mens via het fysieke lichaam functioneert, is hij zich bewust van het fysieke gebied, of de fysieke toestand van de aardbol. De andere die niet worden waargenomen bestaan niet voor zover het zijn fysieke waarnemingen betreft. Wanneer hij op een hoger niveau van bewustzijn en substantie functioneert, ziet hij die toestand van de aardbol en niet het fysieke, en zo verder met al de rest.
Hij gaat nergens heen om op hogere toestanden van de aardbol te functioneren, maar gebruikt een hoger principe in ‘zichzelf’. Dus, hoewel er zeven toestanden van onze aardbol zijn, bestaan ze alleen voor de mens wanneer hij ze waarneemt. In de G.L., pagina's 604, 605, Vol. I, wordt de volgende bewering gedaan: "Als dus de Geheime Leer ervan uitgaat dat voorwaardelijke en beperkte ruimte (plaats) geen werkelijk bestaan heeft, behalve in deze wereld van illusie – of met andere woorden, voor onze waarneming – en verkondigt dat elk van de hogere en ook de lagere werelden is vervlochten met onze eigen objectieve wereld; dat miljoenen dingen en wezens, wat hun plaats betreft, rondom en in ons zijn, evenals wij rondom, met en in hen zijn; dan is dit geen metafysische manier van zeggen, maar een nuchter natuurfeit, hoe onbegrijpelijk dit ook is voor onze zintuigen."
V. Kan de mens op meer dan één gebied tegelijk bewust zijn?
A. Hij kan niet volledig bewust zijn op meer dan één gebied tegelijk; aandacht verdeeld over twee gebieden zou een gemengde en verdeelde waarneming van beide geven.
V. Hoe kan een geperfectioneerd mens, die het bewustzijn zelf is, op welk gebied dan ook onbewust zijn?
Er is enige verwarring in deze vraag. ‘Bewustzijn zelf’ duidt op het vermogen of de capaciteit om waar te nemen, ongeacht de toepassing ervan op een bepaald gebied of zaak. Bewust zijn op een of ander gebied betekent de toepassing van iemands vermogen om de objecten van dat gebied waar te nemen.
V. We spreken over de Maanpitris als onze fysieke voorouders. Betekent dit dat zij verstoken waren van intelligentie?
A. Intelligentie ligt aan de basis van alle vormen, maar er zijn vele graden van intelligentie. De Maanpitris zijn die vorm van fysieke belichaming die op de maan werd geëvolueerd en werd gebruikt door incarnerende ego's op die planeet. Zij vertegenwoordigen en zijn de fysieke lijn van evolutie; zoals de Geheime Leer zegt, zijn zij onze fysieke voorouders; onze lichamen zijn de voortzetting van die lijn.
V. Er wordt gezegd dat de maan een dode planeet is en er wordt beweerd dat zij de aarde beïnvloedt. Hoe kan een dode planeet de aarde of haar organismen beïnvloeden?
A. De maan is de voormalige verblijfplaats van de stroom van evolutie die nu op deze aarde gaande is. Als een verzameling van vooruitstrevende wezens valt zij uiteen; haar hogere wezens en principes gaan nu verder op deze planeet en vormen haar zoals zij nu is. Toch bestaat de maan nog steeds als een wereld in verval, zoals een lijk bestaat na het vertrek van de levende persoon die het bewoonde. Het lijk ontbindt en de levens die het vormen hebben de neiging zich te scheiden en hun respectievelijke rijken binnen te gaan. Bij deze scheiding van levens en elementen wordt een effect geproduceerd, waarvan een deel gunstig is voor de levende organismen en een deel schadelijk. Als we bedenken dat de maan zowel het Kama Rupa als het fysieke lichaam van die planeet vertegenwoordigt, en erop toepassen wat we weten van de menselijke lijken en de Kama Rupa's ervan, kunnen we een beter begrip van de gevolgen krijgen.
V. Wat stelt grenzen aan het aantal monaden dat het mensenrijk binnengaat?
A. Simpelweg het aantal monaden dat ver genoeg is gevorderd om erin binnen te gaan. Aangezien het middelpunt van deze stroom van evolutie is gepasseerd en beginnende mensen als zodanig moeten beginnen op het hoogste niveau van substantie, en de menselijke evolutie die haar vierde stadium in deze ronde heeft bereikt en tevens het middelpunt van de zeven ronden, kunnen monaden uit het dierenrijk - gezien de aard van het tijdstip en de gelegenheid- het beginstadium van de mens niet meer bereiken tot de zevende ronde,. Dit is geen nadeel voor hen, want hun intelligentie heeft nog niet dat punt bereikt waarop ze zich bewust zijn van het verschil en hun voortgang naar het menselijke punt van binnenkomst wordt in de tussentijd niet belemmerd.